terug

Ten Bears

Ten Bears

De camping is geen echte camping, maar een wam droog veldje achter het hotel en het casino, allebei gerund door Natives. We staan vlak aan het Lake Superior, maar dat is veel te koud om in te zwemmen. En het zwembad is alleen voor hotelgasten, zegt de ongeinteresseerde mevrouw bij de balie. Jammer, want het is erg warm. We hadden ons er net zo op verheugd!

Mag het echt niet?

Nee.

Als we Molly op haar plekje rijden komt een man uit zijn autoraampje hangen. Zijn grote Mercedes staat vlak naast ons zandveldje.
Moet ik weg, sta ik in de weg?

Nee hoor, het gaat prima zo, zeg ik. Hij heeft een heleboel tatouages, bisons op zijn armen, een veer op zijn pols en een over zijn wang. En een behoorlijke kegel.

Mogen jullie niet in het zwembad? Vraagt hij, als ik vertel waarom Jonas zo huilt. Wat belachelijk, wacht maar, laat mij maar, mijn vrouw werkt hier, ik regel zo een zwembadpas voor jullie. Hij gaat meteen bellen en nodigt ook meteen zijn vrouw uit om hier te komen met alle kinderen want daar kan Jonas dan mee spelen. En hij laat zijn telefoon zien en vertelt dat hij er zo wel drie heeft en dat ze heel duur zijn, maar dat hij dat makkelijk kan betalen want hij is een beroemde chefkok en kan alles koken, zeg maar wat we willen, eten, zal ik vragen of mijn vrouw de barbecue meeneemt?

Eh… zeg ik, dat hoeft heus niet allemaal. Maar kindertjes om mee te spelen is wel heel leuk, want die zijn maar dun gezaaid hier.

Ten Bears heet hij. En hij is een echte indiaan. We praten een tijd met ons drieen, en Jonas mag zijn armen voelen en over de tatouages aaien. Ik weet niet of het gaat lukken met die zwembadpas, maar ik vind hem wel aardig. Ook verdrietig. Hij haat het hier in Minnesota, zegt hij. Hij begrijpt niet wat we hier doen. Wat valt hier te zien? Stof en arme sloebers. Hij is niet erg onder de indruk van ons avontuurlijke reisleven. In een camper wonen? Puh, waarom kopen we geen groot mooi huis in Montana, dat zou hij doen als hij genoeg geld had. Nog een paar jaar werken, als chefkok, en dan… Dan vraagt hij wat ik doe. En wat Tom dan doet. Dat ik illustrator ben is allemaal best leuk en aardig, maar dat Tom niet werkt…!!!

Echt niet, man? Echt niet? Wat doe je dan, zorg je voor je kind? Ja ja, maar verder, werk je dan echt niet? Hij vraagt het wel drie keer. Het wordt een beetje naar. Tom kan er wel tegen, gelukkig en geeft hem ons laatste Grolschje.

En je drink ook niet? Man! Ten Bears kan er niet over uit. Dat klopt toch niet, je moet je familie toch onderhouden als je een man bent. Hij heeft wel acht kinderen en hij kan alles voor ze kopen en zijn vrouw heeft net zo’n mooie auto als hij, daar zorgt hij wel voor als chefkok, had hij al verteld dat hij dat is? Hij kan alles maken, geef hem een kikker en een baksteen en hij maakt er zo escargots van!

Maar dat niet werken, man, wordt je daar dan niet heel ongelukkig van, schaam je je dan niet?

Meestal niet, zegt Tom,maar als jij zo op me in loopt te beuken, dan voel ik dat wel.

Hey man, no offence, ik bedoel er helemaal niks mee man, ik bedoel alleen…

Een auto rijdt ons stoffige veldje op. Ten Bears neemt me apart. Niet tegen mijn vrouw zeggen hoor, dat je man niet werkt. Daar kan ze helemaal niet tegen, die dingen, daar wordt ze zo boos over!

De vrouw van Ten Bears is al boos, zo te zien. Chagrijnig laadt ze drie lieve, stille indianenmeisjes uit de auto en een jongetje in een maxi cosi. Ze kijkt rond met een blik van: wat doe ik hier?

Tja dat weten wij ook niet zo heel goed. Ik nodig de meisjes in Molly en ze schuifelen voorzichtig naar binnen. Willen jullie met de lego spelen? Buiten hoor ik Ten Bears tegen zijn vrouw zeggen: Die man! Die man die werkt niet, die laat zich door zijn vrouw onderhouden! Wat vind je daar nou van???

Ik kan niet goed horen wat ze er van vindt, want dan gaat Jonas brullen dat ‘die’ niet aan zijn speelgoed mogen zitten en dat ‘die’ weer weg moeten, weg! Tom neemt Jonas apart en zegt hem dat hij een beetje moet leren delen en ik laat de doodverlegen meisjes weer uit Molly om allemaal buiten dan maar met de klei te gaan spelen, terwijl Ten Bears en zijn vrouw fluisterend ruzie staan te maken, kortom het wordt allemaal een beetje ongemakkelijk.

Gelukkig trekt Jonas wat bij en gaan hij en de meisjes zoet met de Play-doh spelen. Maar als ik met de appelsapfles en een stapeltje glazen kom, begint mevrouw Ten Bears haar meisjes weer in de auto te laden. Sorry, zegt ze, maar IK heb hard gewerkt en ik ben moe en ik wil naar huis. And you’d better come soon too! Bijt ze haar man toe die een beetje dronken staat te wezen.

Ten Bears heeft niet meer zo heel veel tekst. En het bier is ook op. Hij draait nog een beetje om ons heen en vertrekt dan maar. Geen zwembadpas.

Dat was raar, zeg ik tegen Tom. Maar wel een echte indiaan.

Zou je liever willen dat ik ook een indiaan was, liefje? Vraagt Tom die toch een beetje van slag is. En chefkok?

Nee hoor, zeg ik. Ik heb veel liever jou.

 

 

2 thoughts on “Ten Bears

  1. Maar goed dat Mrs. Ten Bears niet weet dat wij nu allemaal haar man-met-bierfles bewonderen. Weet ik eindelijk hoe een echte Indiaan eruit ziet.
    Mooi verhaal Annet, smullen (daar hoef je duidelijk geen chefkokkin voor te zijn!)

  2. Wat een geweldig verhaal! Doet me denken aan mijn ontmoeting met een dronken Blackfoot in Alberta. Hij zat langs de kant van de weg met een lege fles. Ik nam de gok en nam hem – tegen de zin van mijn kinderen, want hij stonk – mee in de auto. We kregen er geen spijt van want, ook al was hij half dronken, hij vertelde prachtige verhalen. Hij heette Hunter-looking-good. Daar moesten we wel een beetje om giechelen omdat we ons afvroegen of hij er goed uitzag of dat hij goed kon kijken. Hij vertelde ook nog dat we de bevrijding in 1945 aan zijn stam te danken hadden. Want, zo vertelde hij, zijn mensen hadden belangrijke opdrachten in hun eigen taal overgeseind. Als schrijver heb ik heel veel aan dit soort ontmoetingen. Geldt dat ook voor jou als illustrator? Komen we Ten Bears ooit ergens in een boek tegen? Vriendelijke groet!

Comments are closed.