Het regent. We zitten in de woestijn in Utah, op de droogste plek op aarde en het regent al vier dagen.
Robert is er. Hij zou ons gidsen door de woestijnen hier, en hij zou vaak met Tom en Jonas op stap gaan zodat ik lekker kon werken en mijn boek afmaken. En hij zou een eigen tent meenemen en helemaal zijn eigen ding doen en ons totaal niet tot last zijn. We zouden vuren maken en eindeloos buiten zitten en Tom zou een vriend hebben om mannendingen mee te doen en ik zou lekker even alleen zijn… Maar dat is allemaal niet zoals het gaat, want het regent. Met bakken en pijpenstelen en donderstormen, die de hele dag en de hele nacht blijven hangen. Vannacht sloeg de bliksem in een auto en een boom op de camping. Zo dichtbij en met zo’n donderklap dat Molly ervan schudde. Brr… De Utah-ers zijn verrast en verheugd: Regen! Dat krijgen we bijna nooit! Alles kan weer bloeien en stromen..
Terwijl ik dit schrijf rijden we door Bryce Canyon, vreselijk mooi en bijzonder met rare rode bergsculpturen, droog, rood en blikkerend Lucky Luke-land. Maar we zien er niks van, door de lage wolken. Het is 2 graden en soms lijkt de regen sneeuw. De modderbruine rivier naast de weg kolkt van het water. We zagen een camping waar mensen niet meer van af konden omdat een woeste rivier de uitgang blokkeerde. Een bord vertelt dat het risico van bosbrand laag is vandaag.
En opeens lijkt het wel Nederlands kamperen, om de beurt komen we binnen met natte jassen en broeken die niet meer opdrogen. Zeiltjes en pannetjes (een van Molly’s luiken lekt), natte kaarten uitgespreid op tafel en ‘Als jij nou even hier gaat staan, dan kan ik daar me aankleden.’ Dat werkt een tijdje, als iedereen erg z’n best doet. Maar met Jonas, die natuurlijk overal staat en altijd daar kruipt waar het niet uitkomt en wil spelen met het water en de soepkommen omschopt, is het al lastiger. En hoe ik ook mijn best doe om mijn humeur goed te houden, op een bepaald moment is het op. Vrij snel eigenlijk, als ik eerlijk ben.
Ik wil werken en ik kan niet werken! Dat boek moet volgende week af! En en het gaat toch al niet en het wordt ook nooit wat… Niets wordt ook ooit wat ik hoop dat het wordt.. En nou is het in Nederland kinderboekenweek en ik ben er niet bij en ik mis ook nog een ridhwanblok… En ik word gek van Robert die er steeds IS en in een STOEL ZIT en NIKS ZEGT, maar wel languit in de keuken SLAAPT en RUIMTE INNEEMT en in Molly is dat al een heleboel.
Ik kan niet eens even razen en mijn eigen vreselijke zelf zijn, daar is geen plek voor. Even naar buiten gaan kan niet want we zijn er nooit toe gekomen regenjassen te kopen, verwend als we zijn met tweeënhalve maand zon… Glaasje wijn dan maar, mama? Maar de wijn is ook op. Ademen? Je bent toch een Ridhwanstudent, je kunt toch voelen wat er is… en ademhalen…
We vinden een plek waar het minder regent, maar wel hard waait en erg koud is. De bergen in de verte zijn al wit van de sneeuw. Het is er totaal verlaten: er is een camping met vuurplaatsen, maar er is geen mens. We kunnen er staan zonder te betalen. ’s Nachts moet het vuilnis binnen want er kunnen dieren op af komen, zeggen de mannen. Wat voor dieren dan? Nou coyote’s of beren. Er was een bordje met Bear Caution. Nu ga ik helemaal nooit meer naar buiten natuurlijk. Zowiezo is het veel te koud, ook bij het grote vuur dat de Tom en Robert maken. We zitten binnen opgepropt ’s avonds en kijken oude James Bonds.
Is dat jouw been? Sorry. Mag mijn koffie hier? Is het heel erg als we binnen roken? Roger Moore wordt bijna opgegeten door een haai. Ik weet zeker dat ik buiten een beer hoor. De deur sluit niet goed. Kunnen beren deuren openmaken? Tom en Robert lachen. Een beer die loeit?
’s Nachts naast een woelende Jonas droom ik dat mijn boek overal uitverkocht is. En dat ik zo blij ben…
Ik word wakker in een natgeplast koud bed, en de verwarming doet het niet meer. Maar kijk, het is helemaal helder buiten, de zon schijnt en warmt alles langzaam op. Mij ook. Ik duw de mannen naar buiten en dan is het hele huis is even voor mama. En ik haal weer adem en ik zit lekker ruim in Molly en de stemmen van Tom en Jonas en ach die aardige Robert… Wat is reizen toch fijn…
Tot het weer bloedjeheet wordt natuurlijk en ik daar weer niet tegen kan.
Don’t worry Annet! Bears can rip open a camper in a second, like a ninja-fighter jumping through a japanese paper wall. Throw all the men outside and tell them to shoot a deer for dinner. Finish the book. Love, Renze.