Recensies Lampje

‘Lampje’ wervelt, boeit en laat je echt meeleven

Sprookjesavontuur

Elke week bespreekt NRC online een nieuw kinderboek. Deze week Lampje, het verrassend sterke debuut van debuterend schrijver Annet Schaap.

Annet Schaap is allang een grote naam in de Nederlandse kinderboekenwereld: als de geliefde en zeer herkenbare tekenaar van de vrolijke figuurtjes in de Hoe overleef ik-reeks van Francine Oomen, de boeken van Jacques Vriens, Janneke Schotveld. Met een klap vestigt Schaap (1965) nu óók haar naam als schrijver van kinderboeken – namelijk: met een indrukwekkend debuut, dat aanvoelt alsof ze nooit anders gedaan heeft.

Lampje heet het, en het is geen zelfgeschreven prentenboek of iets anders voorzichtigs, maar een dikke pil, een groots, wervelend, sprookjesachtig avontuur. Het decor is – zoals het een goede, lichtelijk klassiek-romantische kinderboekensetting betaamt – een vuurtoren op een schiereiland, waar een meisje met haar vader woont. Zij, Lampje, moet iedere avond de trappen van de toren beklimmen om met een lucifer het vuur aan te steken, want haar vader Augustus heeft nog maar één been, en zichzelf niet zo in de hand.

Op een avond zijn de lucifers op, net als er een vreselijke storm opsteekt.

Uit de kinderboekencanon

Zo begint het boek met sterke, filmische scènes, waaruit meteen blijkt dat Schaap feilloos aanvoelt waar het fijn bij wegdromen is – een best wel spannend verhaal, een beetje zielig. Ze schrijft bovendien met een knap gevoel voor timing (lees de zinnen maar eens hardop) en met een taalgevoel waaruit duidelijk wordt dat er een waar schrijver is opgestaan. Soms schrijft Schaap zwierig, met expres ouderwetse woorden (‘email’ in de betekenis zonder streepje!) of met metaforen die goed getimed en origineel zijn én mooi passen bij het kinderpubliek. Zoals: ‘Beneden, scheef op de rots in het midden van de baai, ligt een schip. Het hangt ertegenaan als een ziek kind tegen zijn moeder.’

Haar duidelijke schatplichtigheid aan Hans Christian Andersen (De Kleine Zeemeermin) en nog veel, veel meer uit de kinderboekencanon, blijkt niet in de weg te zitten, integendeel. Maar aan het begin van zo’n klassiek kinderboekig avonturenverhaal, waar de sfeer je meteen overspoelt en de plot direct in gang wordt gezet, is het niet heel gebruikelijk dat er ook meteen zó fijnzinnig over de gevoelens en gedachten van de personages wordt geschreven. Meteen werpt Schaap een kiertje licht op de getroebleerde vader-dochterrelatie, die verderop in het boek nog zo belangrijk zal worden – je leeft daardoor echt mee, en die goed doordachte psychologische ondergrond zorgt ervoor dat je in Lampje niet verstrikt raakt in avontuurlijk drijfzand. Want er gebeurt wél een boel. Na die vreselijke storm gaat alles mis, Lampje wordt uit huis geplaatst en komt in een spookachtig pleeggezin terecht, waar in hun torenkamer een zeemeerjongen verstopt zit.

Lopen op zijn vissenstaart

Dat het verhaal zo’n drastisch andere kant op draait, is maar schijn: gaandeweg blijkt Schaap een debutant die de lange touwtjes bewonderenswaardig stevig in handen heeft. De overeenkomsten tussen Lampje en zeemeerjongen Edward (ook wel ‘Vis’) worden namelijk steeds duidelijker: ze hebben beiden een familieband die hen opzadelt met een gevoel van schuld en onvrijheid. Het ‘krasje’ dat ze in het leven opliepen – Lampje verloor haar moeder en raakte daarna, dankzij haar diepbedroefde vader, van de wereld afgezonderd en Vis wil wanhopig leren lopen op zijn vissenstaart – moet geen kras op hun ziel worden. Ze moeten hun vrijheid terugwinnen.

Vrijheid wordt niet gewonnen door te vertrouwen op maakbaarheid – zoals de ideologie luidt die in veel kinderboeken aangehangen wordt (waaronder Francine Oomen in haar Hoe overleef ik-reeks). Schaap zet daar een nog iets genuanceerdere versie tegenover, want hé, we zijn maar mensen. Lampjevertelt: vrijheid schuilt vooral in de acceptatie van eigenheid, eigenaardigheid en feilbaarheid. Niet alleen slaagt Annet Schaap erin een boeiend avontuur te kunnen construeren dat je in één ruk uitleest, ze blijkt ook een schrijver die een ontroerend, echt verhaal te vertellen heeft.

file:///Users/Gebruiker/Desktop/Lampje%20recensies/‘Lampje’%20wervelt,%20boeit%20en%20laat%20je%20echt%20meeleven%20-%20NRC.webarchive

 

Moe van het tegen de wereld aan duwen

ANNET SCHAAP LAMPJE Kinderboek
Querido
Annet Schaap

WAARDERING: 8.5

Waarom niet eerder? Dat is de vraag die opborrelt na het meer dan geslaagde prozadebuut van Annet Schaap. Een naam die op meer dan 200 kinderboeken staat, maar altijd als illustratrice (voor o.a. Francine Oomen, Jacques Vriens en Janneke Schotveld). Met Lampje debuteert Schaap op haar 52e als schrijfster. En dan niet met een boekje om het ook eens te proberen maar met een lijvige, gelaagde kinderroman.  Misschien was de tijd er nu pas rijp voor en feitelijk doet het er ook niet toe: het boek ligt er en het is opmerkelijk goed.

Lampje laat zich het beste samenvatten als een surrealistisch, spannend verhaal met levensechte personages tegen de achtergrond van meerdere familiedrama’s, in het decor van een kustdorp. Lampje (bij geboorte Emilia) is de dochter van een vuurtorenwachter die zijn emoties niet onder controle heeft na het overlijden van zijn vrouw. Na een incident wordt Lampje uit huis geplaatst en komt terecht in Het Zwarte Huis, dat eigendom is van de admiraal en waarover in het kustdorp het verhaal rond gaat dat er een monster op zolder woont. Er bivakkeert inderdaad een wezen, van wie, door de standvastigheid van Lampje, bij stukjes en beetjes de identiteit en het levensverhaal duidelijk wordt.

Schaap bouwt het verhaal secuur op en geeft stapsgewijs brokjes informatie weg waardoor er steeds meer ontrafeld wordt en de spanning tot het einde in tact blijft. De achtergronden van Lampje en het ‘monster’ grijpen fraai in elkaar en gaan vooral over schuldgevoel en loyaliteit richting hun ouders. Okay, ze zijn niet perfect behandeld maar ze willen het nog steeds heel graag goed doen. De vader van Lampje heeft vergelijkbare dilemma’s en vat het prachtig samen:  ‘Schuld is een rot ei dat heen en weer gegooid wordt. niemand wil de smurrie over zich heen krijgen’.

De karakters van Lampje en het zoldermonster zijn sterk uitgewerkt, mede door het gebruik van externe stemmen in hun hoofd die hen in een bepaalde richting duwen. Lampje is nog veel in gesprek met haar overleden moeder, wat een wervelende mix van emoties en schrijnende scenes oplevert. Die dwingende gedachten zijn steeds minder hard nodig naarmate Lampje steviger in haar schoenen komt te staan. ‘Wat een kind wil is niet altijd het beste’, is de wetmatigheid van haar schooljuf die ze behoorlijk logenstraft.

Het valt vooral op hoe mooi en ingehouden Schaap schrijft.  Ze grossiert in mooie zinnetjes. Wanneer Lampje ten einde raad is, is ze ‘moe van het tegen de wereld aan duwen’. De schrijfster voert ons door een aantal magische gebeurtenissen die beurtelings realistisch en vervreemdend zijn maar vooral binnen komen. Lampje gaat vooral over mensen nemen zoals ze zijn en is daarmee een boek over vooroordelen en verdraagzaamheid. Maar ook over liefde, vriendschap hoop en teleurstelling.

Een boek waarin je steeds meer wordt meegezogen en uiteindelijk door de pagina’s raast om te willen weten hoe het afloopt. Voor haar illustraties heeft Annet Schaap nooit grote prijzen gekregen maar het zou me niet verbazen als ze voor dit schrijven wel wordt bekroond. Sterker nog: dat zou meer dan terecht zijn.

file:///Users/Gebruiker/Desktop/Lampje%20recensies/Moe%20van%20het%20tegen%20de%20wereld%20aan%20duwen%20-%20JaapLeest.webarchive