terug

Mannengrot

Mannengrot

Jonas werd vanochtend weer om 4 uur wakker. En mama dus ook.

‘Naar benede?’

‘Liefje, we moeten echt nog eventjes slapen. Het is hier nog middenin de nacht.’

‘Benede?’

‘Probeer het nog maar eventjes. Mama moet het ook nog even proberen. Anders zijn we straks weer zo moe.’

‘Mama naar benede?’

‘Nee, Jonas.’

‘Naar benede? Plies naar benede?’

En dan gaan we toch maar om kwart over 4 de nieuwe dag tegemoet.

De reis hierheen ging eigenlijk heel voorspoedig, met veel slapen in het vliegtuig en rustige vliegvelden met nou eens niet van die eindeloze rijen bij de controles. Kennelijk vieren ze over de hele wereld koninginnendag. Onze bagage reist keurig met ons mee, ik krijg het goede stempel in mijn paspoort en op vliegveld Ottawa staat Jim ons volgens afspraak op ons te wachten met zijn zilveren Lincoln.

In zijn huis mogen we bijkomen van onze jetlag, die deze keer nogal toeslaat. Al twee ochtenden om 4 uur op dus, en het lukt mij niet om overdag te slapen. Maar er is bijna geen beter plek denkbaar om hologig slaapwandelend rond te lopen.

‘Welcome to my man-cave,’ zegt Jim. Hij woont vlakbij het vliegveld en we mochten vlak voor onze vorige reis ook al bij hem komen slapen. Hij is eigenlijk niet eens een echte vriend, maar de broer van een van Tom’s vrienden die ook Tom heet. Jim is pas gescheiden en pas met pensioen. Hij heeft een heel groot leeg huis waar alleen zijn zoon een paar keer per week komt slapen.  Veel lege kamers en veel lege uren, hij lijkt blij te zijn met gezelschap. We mogen blijven zolang we willen.

Het is ook echt een mannenhuis, er staat niets in dat niet gekocht lijkt te zijn om z’n functionaliteit of z’n comfort. Of het moet dat ene beeld zijn boven in het trapgat van een bronzen cowboy die een bronzen steigerend paard in bedwang probeert te houden. Verder staan er alleen al in de huiskamer drie grote beeldschermen, twee TV’s en een computer, met quadrofonische boxen, met aangesloten blueray-spelers en X-boxen, met een Wii en een tafel vol iphones en ipads. We mogen overal mee. Er zijn altijd wel twee TV’s aan, een met het nieuws waar niemand naar kijkt en een met cartoons voor Jonas waar hij niets van snapt. Boven staan nieuwe bedden met nieuwe synthetische dekbedden en kussens en drie lege badkamers waarvan een met een driepersoons-bad. De wc brillen staan er altijd omhoog. De keuken is enorm, de ijskast gigantisch en de steaks die er uit komen zelfs nog groter. Met veel enthousiasme plant Jim onze maaltijden en verheugt zich vandaag al op de roastbeef van morgen. Met een jasje van mosterd en knoflook en precies op tijd in de oven. Hij maakt een toetje met twee verschillende taarten en twee verschillende smaken ijs. Hij zet Kuifje voor ons op op het bioscoop-grote scherm in de huiskamer en we vallen ervoor in slaap op de vijfpersoons wegzak bank. Want we doen niet veel anders dan slapen en liggen. Dat vindt Jim niet erg, zegt hij. We mogen zoveel slapen als we willen.

Behalve ’s ochtends dus, van vier tot negen, dan rent Jonas door het huis, glijdt op kussens over het parket, vaart met de stukken van het mahoniehouten schaakbord in een plastic bootje door de kamer, smeert de eettafel onder de klei en maakt de radiografisch bestuurbare auto’s kapot als mama niet oplet.

Maar dat mag ook allemaal van Jim.

 

 

 

 

One thought on “Mannengrot

  1. Lieve Annet,
    wat een goeie plek om te landen,
    Fijn dat jullie een goede reis hebben gehad
    en fijn om je blog weer te lezen.
    Liefs Jenny

Comments are closed.