terug

Gaan of niet gaan

Gaan of niet gaan

Cousin Lee is hier al meer dan een week. Eerder dan verwacht kwam haar autootje hier de tuin inrijden, tjokvol met koffers met kleren en tassen en tassen boodschappen, alles wat ze nog in huis had, alles
waarvan ze dacht dat het misschien handig zou zijn voor ons of voor Aunt Edith, een trein voor Jonas en een kat, compleet met kattebak, kattenvoer, kattengrit, etensbakjes, een overdag-mand en een slaap-mand. Het huis is meteen drie keer zo vol, niet alleen door alle spullen maar ook door de wolk van telefoongesprekken, monologen, meningen en plannen die om Lee heen zweeft waar ze ook maar gaat. Vandaag gaan we jam maken! Morgen halen we alle gordijnen eraf en overmorgen gaan we door alle kasten boven en doen de winterkleren in de mottenballenzakken.

Edith geniet van plotselinge volheid van haar dagen. Wij vinden het een beetje druk. Maar we kunnen ons terugtrekken in Molly. En we kunnen nu weg nietwaar, de aflossing is gekomen, we kunnen de wijde wereld in.

En dat willen we ook heel graag! Maar er lijkt telkens maar iets tussen te komen en we staan hier nog steeds naast de hooischuur in de tuin…

Eerst houdt de ijskast er mee op. Dat gebeurde op onze vorige reis om de haverklap en zou allemaal verholpen zijn door de mannen van Luxuary RV, waar Molly de winter heeft doorgebracht. Maar kennelijk is er meer aan de hand. We brengen Molly daar voor een nachtje, maar de volgende dag is het weer mis. Technische mannen komen hier met jeeps en gereedschap en liggen samen met Tom en Jonas is allerlei houdingen in en onder Molly. Nu zou de ijskast het moeten doen. Hij doet het beter.. Niet slecht… Morgen gaan we dan maar, besluiten we.

Het wordt weer warm, nog warmer dan de week ervoor. Voelt als 43 staat in de krant. We pakken Molly in, maar erg langzaam. Na ieder klein taakje, het bed verschonen, de afwas opruimen, druppen we van het zweet. De ijskast is ook niet meer echt koud… Vandaag dan nog maar niet gaan.

Dan valt Jonas in een naald, die ik dom genoeg heb laten slingeren na een splinter-operatie bij Tom. De naald staat overeind in het matras en de arme jongen valt er recht met zijn buikje in. Pijn, mama!

De volgende dag heeft hij koorts. De hitte hangt in Molly en Jonas voelt nog veel warmer. Een beetje ziek gewoon, misschien… Maar ik blijf denken aan die naald. Op aanraden van Lee gaan we ‘smiddags met hem in een koel badje zitten. Jonas vindt het niks en blijft huilen. Pijn mama! Pijn!

Waar heb je dan pijn liefje? Wat lastig toch dat hij nog niet zo praat. Wijs maar aan waar het pijn doet.

Jonas wijst een beetje naar zijn mond, naar zijn voet maar dan ook naar zijn buik en dan wil ik met hem naar de dokter. Een geperforeerde darm, een innerlijke bloeding, ik wil er niet aan denken maar ik wil het wel weten.

Door de trillende warmte rijden we naar het Carleton Place Memorial Hospital. Jonas hangt als een zielig lammetje in zijn autostoeltje.

In het ziekenhuis is het al niet veel koeler. Jonas krijgt meteen iets voor de koorts en dan moeten we inschrijven en vooral: betalen. Omdat Jonas Niet Officieel Canadees is kost het ons 500 dollar om een dokter te zien. Als we dat niet willen of kunnen betalen moeten we maar naar de inloopkliniek in de Wallmart. Ja, die bestaat echt.
Ik wil niet naar de Wallmart, ik wil nu een dokter zien! En in de hoop dat we het van de verzekering terug krijgen betalen we.

In de wachtkamer knapt Jonas behoorlijk op van het medicijn. Hij moet plassen en wil al gauw weer overal opklimmen en afglijden.
Act sick, Jonas, zeggen wij. We hebben niet voor niets zoveel geld betaald!

Als de dokter komt (Chinees en net van de middelbare school, zegt Tom) lijkt Jonas weer zijn gewone giebelige zelf. De koorts is gezakt en de dokter ziet niet veel bijzonders aan het plekje op zijn buik. Wel in de agetn houden, maar het lijkt een gewoon griepje. Gelukkig maar. Gelukkig maar!

Thuis krijgt Jonas een koekje van Edith en nog een trein van Lee. Omdat je morgen op reis gaat! Ja, nu kunnen we morgen weg.
Alleen doet de volgende dag het water het niet meer… De ijskast wel, gelukkig. Er komt weer iemand van Luxuary RV om de kapotte leiding te repareren. Zodra die weg is houdt de ijskast er helemaal mee op.

Jonas z’n ruggetje zit opeens onder de rooie vlekjes. Wat nou weer? Mazelen?

Het is vrijdagmiddag. We moeten wachten tot maandag op de volgende reparatie. Jonas lijkt niet ziek. Misschien zijn het insecten beten.
Daar staan we nu, onder de bomen, naast de hooischuur. Het is koeler en de wind brengt allerlei geuren van ver weg. Daar willen wij ook graag naar toe, ver weg!

Wil je niet meer, Molly? Ben je het zat, voel je je te oud? We hopen maar van niet, dat het tijdelijk is en toevallig. Geen innerlijke bloedingen ofzo. Een beetje van het goede medicijn en hup je staat weer te springen op je banden Molly? ja, toe, please?

One thought on “Gaan of niet gaan

  1. Ach, lieve kinderen, wat een pech toch. Zal ik voor jullie duimen?
    Volhouden, hoor!
    Maar misschien zijn jullie nu , dinsdag , eindelijk toch op weg.
    Goede reis!
    Liefs van je vader en opa,

    DICK

Comments are closed.