Ik had dit allemaal al gisteren willen schrijven en de aflevering dan ‘Dilemma’ willen noemen. Maar een dilemma is het niet meer.
Molly staat in de tuin. Ze is uit haar winterverblijf gehaald, heeft een nieuwe ijskast gekregen en is helemaal doorgecheckt en schoongemaakt: klaar om ingericht te worden en weer bewoond, klaar om te vertrekken!
Het weerzien was erg fijn, deed me nog meer dan ik had gedacht. Aan ieder plekje, deurtje, kastje, boeken plankje zitten zoveel herinneringen aan onze vorige keer op reis. De Nijntje-sticker op het raam, die al uitgekeken heeft over de Rockey Mountains, de Pacific, de Grand Canyon en alles. De voeten van de afgebroken beschermengel, de plastic glazen uit Las Vegas, het dekentje uit de cowboy-winkel ergens in Montana., de sneeuwbol-met-kerstliedjes die Jonas to gek wordend toe bleef afspelen, met 30 graden buiten, de opgedoken wrakhout-schilderijen… Alles, alles, overal. Het maakt me warm en blij en ik kan niet wachten om weer op reis te gaan!
Maar..
We zij hier in mei gekomen om Aunt Edith te helpen met de overgang van het verzorgingstehuis weer naar de boerderij. Dat zijn we ook aan het doen. We hebben proef-logeer-nachtjes, vannacht al voor de derde keer. Tom haalt haar vaak op voor lunch op de veranda, maar nu rijdt ze zelf ook weer en schuifelt hier, heel langzaam, maar vastberaden, weer rond door haar eigen huis. Ze knipt haar eigen rozen, maakt haar eigen boterham klaar. Dat gaat, dat gaat best. En ze wil het erg graag.
I want you back here, at the farm, within two weeks, zegt Tom. En ik zie hoe blij ze is.
En dan zou in juni Cousin Lee (uit Carolina trouwens, niet uit Tennessee, ik rijm soms wat niet klopt) het hier komen overnemen, en wij zouden gaan. Maar dat soort afspraken, gemaakt over twee continenten, in twee talen, met familie trekjes en ouder wordende dames(mezels inclui) kun je blijkbaar niet zo duidelijk maken… Lee komt pas eind juni,schrijft ze. EIND JUNI?!
Nee liefje, echt niet. Dat duurt me te lang. Ik zeg het eigenlijk al zo lang we hier zijn en ik data hoor langskomen. Zijn jullie hier nog in juni? Dan kunnen we dit of dat, is er een feest, een bruiloft, we kunnen… Neehee, zeg ik steeds. We gaan naar de Oostkust, dan zijn we al weg, al lang…
Weg, de wereld in, het avontuur in, dat is niet hier, op de farm bij de oude mensen… Dat is DAAR.
It’s like this, zegt Tom gisteren in de auto. Als wij blijven tot Lee ons komt aflossen, komt Edith naar huis. Anders blijft de nog een maand in Waterfront. Ze durft het alleen aan met iemand in huis. Of wij bijvoorbeeld in Molly in de tuin. Maar wel in de buurt.
Ja nou, jammer dan, zeg ik. Ik wil niet blijven tot eind juni. Eind juni, Tom, dat is nog 4,5 weken. Dat worden er dan 6, zo gaat het altijd. Dan komen we hier nooit meer weg. Dat wil ik echt niet.
I know you don’t.
De vorige keer kwamen we hier ook maar niet vandaan. Toen was er telkens dit, dat, was Molly steeds nog maar niet klaar. En maar hier hangen met Jonas die vaasjes omschopte.. En tante en ik elkaar de keuken uitkijken.. Ze is wel lief en ik ook wel, maar het is HAAR huis. Niet ons huis, niet mijn.
Maar nu zouden we in Molly kunnen wonen, dan hebben we wel ons eigen huis. Dat is anders.
Jawel. Maar. Ik wil het niet, ik vind het te lang.
OK, it’s up to you, liefje. You are my wife. Dan doen we het niet.
Maar hoe zie jij het dan, wil jij het dan wel?
I have the feeling, zegt Tom, dat het wel eens de laatste keer zou kunnen zijn hier op de farm. Kijk hoe oud ze is. Ze lijkt kleiner dan vorig jaar, jij zei het ook al. Ik zou het haar erg gunnen om hier weer te wonen.
She will, zeg ik. Alleen dan ietsje later.
Ja, zegt Tom. But we don’t know how it will go. Misschien kunnen we toch eerder weg, kan iemand het van ons over nemen, als Frank beter wordt, wie weet. Go with the flow, I am alle for that, you know. Maar jij mag het zeggen.
Ik voel me een beetje bevriezen en stil worden. Ik mag het zeggen. Ik wil meteen gaan bloggen over het dilemma van blijven of weggaan. Dan mogen jullie allemaal iets wijs zeggen, wat me zou helpen om een besluit te nemen. Maar het lukt me niet daar en dan en de boodschappen moeten worden uitgepakt, de sla gemaakt, Jonas in bad. En eigenlijk weet ik het al wel.
Want hoe kan ik nee zeggen?
Tegen Tom die zo vaak achter mij is aangelopen, in mijn land heeft gewoond, met vreugde maar ook met tegenzin. Die ooit nee zegt als ik iets vraag. Aunt Edith en ik.. Dat gaat nooit zo soepel. Ze verstaat mij meestal niet en ik begrijp vaak niet waar zij het over heeft. Maar ik zie dat ze van Jonas houdt. En ik zag haar ogen helemaal oplichten toen ze Tom voor het eerst weer zag, in de eetzaal van Waterfront..
Vijf weken van mijn leven, van mijn reis. Maar het is niet mijn leven, mijn reis.
Meteen wordt het ook een beetje een boek en ik een altruïstische heldin. Hoe zij zonder klagen en zuchten, met een vrolijke lach voor iedereen de weken doorkwam, zonneschijn om zich heen verspreidend… En niemand zag haar stil verlangen, geen woord kwam over haar lippen… Maar dat haal ik nooit, dat weet ik ook wel.
Tom is blij, als ik het vanochtend vertel. Ik heb slecht geslapen, niet dat ik nou zo lagna te denken, maar misschien van de energie.. Ik weet het niet. Ik ben blij als ik zijn blijdschap zie. En ik voel me ook meteen al weer chagrijnig en warm en.moe.
I won’t promise I’ll never complain,zeg ik.
Hij lacht lief. That’s from The Profet, zegt hij. If you give with bitterness, let the bitterness be your baptism.
En dat is dan wel weer heel mooi spiritueel.
Ik word hierdoor geraakt, ik weet niet waarom. Misschien gewoon door de eerlijkheid over wat er is en hoe het is… <3
De laatste drie regels: kippenvel!