Lampje!

15 februari, 2017

Lampje!

Lampje komt er aan!

Vanaf 15 maart in de boekwinkel: mijn debuut als schrijfster: Lampje.

Een verhaal over geheimzinnige zeewezens en stoere piraten. Over het Zwarte Huis van de Admiraal, waarvan ze zeggen dat er een monster woont. Over een grijze vuurtoren op een eiland, dat nog net vastzit aan het vaste land. Over Lampje, de dochter van de vuurtorenwachter, die iedere avond de eenenzestig treden beklimt om het licht aan te steken. Over een stormachtige avond, waarop de lucifers op zijn en alles misgaat. Maar vooral over dapper zijn en meer kunnen dan je ooit had gedacht.

Uitgeverij Querido, vanaf 10 jaar

lampjeomslag

QK VJ 2017 Lr print2


Deadwood, Custer Park, the Badlands.

11 november, 2014

Deadwood, Custer Park, the Badlands.

Twee campings geleden spraken we een jongetje dat met zijn ouders net was begonnen aan twee jaar fulltimer zijn, twee jaar leven en rondtrekken in een RV. Een erg leuk jongetje van een jaar of elf. Hij werd door zijn ouders gehomeschooled en dat ging heel goed. Hij was slim en speelde heel leuk met Jonas. Met alle kinderen die hij onderweg tegenkwam, zei hij. Net toen wij besloten hadden voorlopig toch weer in Nederland te gaan wonen. Gewoon in een huis, gewoon met een school. Ik was jaloers. Wij hebben er onderhand ook al bijna twee jaar op zitten in Molly. Van hier naar daar, van regen naar storm naar grote hitte, naar leuke en minder leuke plekken, altijd met ons fijne huisje bij ons. Het is het fijnste leven dat ik ken. Ook al schrijf ik vaker over de lastige dingen, dat ligt een beetje in mijn aard.

We zijn echt in cowboyland, Deadwood, Custer Park, the Badlands. Echte Lucky Luke-plekken. We zien bisons op de weg en herten en vossen. We zwemmen in campingzwembadjes en liever nog in swimmingholes, meren of watervallen. Ik hou ervan, ik hou van Amerika. Misschien omdat ik daar zo verliefd werd op Tom, dat klinkt er altijd nog in mee. Die ene reis ooit op de Harley, van Monterey naar San Francisco, voor het eerst met een man op een motor en alles om me heen was aardig, vriendelijk, prachtig en voor mij. De oceaan, de pelikanen in de lucht, de perziken die we aten, zelfs het overgestroomde toilet bij de benzinepomp. Ik ben in een verhaal, ik ben iemand uit een boek… Nee dit is echt en ik ben echt hier, zie dit echt.

Het is natuurlijk allang gewoner, onderweg met mijn man en mijn baby, peuter, kleuter. Maar het voelt de laatste dagen alsof al onze reizen meeklinken in waar we zijn. Dat we daar toen waren, daar toen zwommen, boodschappen, deden, autopech hadden.



Nederland

31 juli, 2013

Nederland

Theresa woont in Nederland, Colorado, hoog in de Rocky Mountains. Ik ben er ooit al eens met Tom geweest, op mijn eerste bezoek, bijna zeven jaar geleden zijn we er samen op de motor heen gereden om pannenkoeken te eten. Vieze pannenkoeken, herinner ik me. Maar een grappig dorpje, een beetje armoedig, de houten huisjes staan kris kras tegen de bergen op, de straatjes zijn nauwelijks geplaveid en  overal stapels planken en bouwmaterialen, half affe schuurtjes en kleine moestuintjes. Helemaal niet als Nederland dus.

Theresa is de vrouw op de foto uit mijn vorige blog, met de grote moedervlek over haar gezicht. Ze is een vriendin van Tom, van vroeger uit zijn Diamond Heart-groep. Ik kan me niet goed indenken wat voor leven ze heeft gehad met zo’n getekend gezicht. Iedereen die haar ziet schrikt toch, kinderen kijken, wijzen. Ik had Jonas over haar verteld en hij schrikt niet van haar. Maar is wel nieuwsgierig, wil graag even dichtbij kijken, even voelen. Dat mag. Haar wang voelt zacht, gewoon als huid.

Theresa vertelt dat haar birthmark de afgelopen jaren erg was gaan groeien en woekeren. Zo erg dat ze steeds slechter kon ademen. Een operatie kostte bijna een ton en verzekerd zijn zij en haar gezin niet, zoals zoveel Amerikanen. De mensen uit Nederland hebben toen aktie voor haar gevoerd en het geld ingezameld voor de operatie en de reis naar Los Angeles. Theresa is er drie keer geopereerd. Van buiten is het verschil niet heel groot, maar ze kan wel weer ademen en haar neus snuiten enzo. Een ontroerend verhaal.

Gisteren waren we ’s middags in Nederland omdat Theresa ons nog iets speciaals wilde laten zien. Op het plein bij de supermarkt staat een rond houten huis met een bord Carrousel of Happiness. Binnen staat een draaimolen. Een prachtige draaimolen vol houten dieren. Leeuwen, beren, vissen en pauwen waar je op kunt rijden. Een bankje waar een grote bruine beer overheen hangt en een waar je naast een gorilla kunt zitten die zijn houten arm om je heenslaat en je lief aankijkt. In het midden draait de  motor, onbedekt zodat je de grote zwarte tandwielen kunt zien werken. De motor is oud, de dieren zijn nieuw.

De carrousel is gebouwd door een Vietnam veteraan, vertelt Theresa, die middenin het oorlogsgeweld luisterde naar een muziekdoosje en zich voorstelde dat hij ooit in vredestijd een grote draaimolen zou bouwen voor de kinderen uit zijn dorp. En dat heeft hij gedaan, het duurde wel dertig jaar om een oud karkas te kopen, op te knappen en de dieren uit hout te snijden. Hij heeft het zichzelf geleerd en je kunt zien dat hij er steeds beter in werd. De eerste dieren zijn nog wat klunkig en grof, maar ze krijgen steeds meer leven en details, kleine vogeltjes op het elandgewei, het ezeltje met een mand vol aapjes op zijn rug, de vriendelijke slang die zich kronkelt om de nek van de giraf.

Een ritje kost een dollar en Jonas wil wel op alle dieren.  We gaan in de zwanenboot, op de draak, de poema, de berenbank. Boven is ook nog een klein kamertje met een poppenkast en tientallen poppen waar kinderen zelf voorstellingen kunnen geven. Jonas en twee andere kinderen spelen er een ridderverhaal met Grover, een lammetje en een vleermuis in de hoofdrol.

Het is een mooie blije plek, zomaar in zo’n armoeiig bergdorpje. En wordt helemaal gerund door de bewoners, Theresa kan goed klimmen en klautert elke week de carrousel over om alle raderen te olieen, terwijl haar dochter dan de proefrondjes maakt en alle dieren mag uitproberen.

We komen er bijna niet weg, willen telkens nog een ritje. En vanmiddag gaan we nog een keertje.

Lief plaatsje, Nederland.