Veel gebeurd, weinig geschreven.
Mijn vader is weer veilig thuis. Ik spreek hem op Skype. Hij heeft het erg fijn gehad met ons, en gezellig, zegt hij.
Maar hij doet het nooit meer.
Veel te onrustig. Elke nacht op een andere plek, niet van tevoren weten waar. Hij vond dat veel te veel.
Wij vinden dat juist fijn.
De dagen vlechten aan elkaar, we reizen weer met ons drieën. En met Molly. En met het weer. We zwemmen als het warm is, we schuilen als het regent. We staan onder de bomen of op kale waaivelden aan zee. Kraaien en meeuwen pikken in de restjes op onze tafel. Eekhoorntjes glippen aan de achterkant Molly binnen en stommelen in de kastjes. Regen, zon. Nooit koud.
De zomer mag heel lang duren.
We rijden van het eiland af en langzaam richting Maine. Daar gaan we op bezoek bij vrienden van vorig jaar uit Costa Rica. Op prins Edward Island gaan we niet wonen, bij de aardappelboeren. Dat klopt niet.
We praten wel veel over wat dan wel en waar dan wel. Het maakt onrustig, als we het af willen dwingen. Maar de laatste dagen komen ergens dichterbij. Waar we graag willen zijn, blijven, wonen. Maar daarover later meer.
Jonas is een beetje van de raketten af en is nu het allermeest geïnteresseerd in wc’s. Die zijn overal! In ieder huis, in elke winkel of benzinestation is er wel weer een. En in de Provinciale Parks ook, altijd weer. Houten huisjes met een wc zonder bodem. Een gat in de grond en beneden, in het donker de poep. Heel opwindend en geheimzinnig. Of hij nu moet plassen of niet, we moeten altijd even kijken. Ja hoor, hier ook weer. Het wonder is er nog niet af.
We kleien samen urenlang, eerst raketten, toen bootjes, nu dus wc’s. Met poep erin.
Het is een beetje schaamtevol om te vertellen. Mijn hele leven heb ik poep en pies grappen stom en onsmakelijk gevonden. En nu, met mijn driejarige, geniet ik er opeens uitbundig van.
We kleien mama’s, papa’s, en Jonassen en om beurten vallen ze in de wc. Of hun hoofd valt erin. Of ze worden gered, maar dan glijden ze uit en vallen weer. O nee, Jonas! Waar is je hoofd?
Urenlang. Het blijft leuk.
Gisteravond worden we door toeristen informatie de verkeerde kant opgestuurd en komen ergens uit waar niets is. Een veld, een zandweg, bomen.
De boer die langskomt heeft nooit van een camping hier gehoord.
Maar ik zou maar hier blijven vannacht, zegt hij. Er komt hier nooit iemand. Niemand valt je hier lastig.
Dat doen we maar, het is al laat. En het is zo stil hier en de zon gaat zo prachtig onder. En met de sterrennacht buiten zitten wij in ons huisje, maken een ovenschotel, lezen de krant, kleien een wc…
Molly, Molly, Molly.
Shit, what a journey!
De beste grap van het kinderfeestje vandaag: dat de bruine marsepeinen rotsblokken op de dinotaart van POEP waren! Want de heren hadden al bedacht dat ze een POEP taart wilden en de oudste van de twee topte dat nog door te zeggen dat er ook PLAS en SPUUG bij moest. Zelden zo gelachen 😉 want jeetje, hoe bevrijdend is het hier van jezelf gewoon in mee te mogen gaan. Gooooo Jonas!
Ander verhaal , over poep.
ik heb het niet zelf meegemaakt. Maar de verzorsgter vertelde, dat tante An, zich zelf s’nachts’s met poep besmeurd had. Dementie is echt iets anders, dan onbekommerde kindertijd.
Hebben meer vrienden , van het , het moeilijk, met oude mensen ?
met hun eigen ouders , die ouder worden ?
Die Jonas! Zo gefascineerd door wc’s!Ik herinner me van mjin eigen zoon, toen hij nog klein was ook zo iets.
Onlangs in Gent in België genoten van een geweldig concert van de beste Canadees die ik ken, éne meneer L.Cohen.De bóvenstebeste is natuurlijk die kanjer van jou!
De hartelijke groeten, voor jullie allebei en een dikke knuffel voor Jonas.
Hoi Annet!
Ik ben een heele groote Hoe Overleef Ik- fan!
Ik woon in Canada, maar ik kan nederlandse praten en lezen, want mijn moeder is van Nederland, en we zijn daar op bezoek geweest, en daar heb ik alles h.o.i. ondekte!
Komen jullie weer naar Canada??? Please???
Dank je wel,
Lotte