Terug en weg

9 september, 2012

Terug en weg

Er gebeurt weer wat er een jaar geleden ook gebeurde. De reis nadert langzaam haar einde… en ik wil niet meer schrijven.

Thuis komt dichterbij, zelfs hier in de witte bergen in New Hampshire waar we toch behoorlijk ver van alles afzitten.

Na een week in Portland, Maine, bij onze vrienden Dale, Pilar en Hollis, die we ooit in Costa Rica hebben ontmoet. Waar we in hun tuin mochten staan op de plek waar Dale hun eigen huis gaat bouwen. Helemaal zelf. De balken liggen al in de schuur. Ik mocht er een klein hoekje van afhakken. Een beetje scheef, maar dat geeft niet. Dan denk ik altijd aan je als ik dat hoekje zie, zegt Dale. Met Pilar, met wie ik gewoon verder kan praten na anderhalf jaar, over onze zonen, over onze mannen, over onszelf. En hyperslimme Hollis die een jaar scheelt met Jonas en ongeveer 365x zo goed praat. Maar na een paar dagen speelden de jongetjes zonder woorden met elkaar, gillend en springend op de bank en Jonas sloeg zijn armen om Hollis heen en liet niet los voor zijn vriendje terug hugde.

En na een week bij Tom’s nicht Kathy in Lincoln, vlakbij Boston. Alleen in een huis met twee woeste honden, die de hele tijd in de bijkeuken moesten blijven als Jonas of ik in de buurt waren. Kathy wilde ons het liefst houden, onze dagen plannen en iedere maaltijd voor ons koken. Zoveel gezelschap in de tuin! En nog nooit in Boston geweest! Ze paste een hele dag op Jonas en nam hem mee naar twee speeltuinen en een kinderboerderij, terwijl Tom en ik Boston in gingen met een lijst metrostations, overstapplekken en bezienswaardigheden die we ECHT allemaal moesten gaan bekijken. We kwamen met zere voeten thuis. Maar Boston is erg mooi.

In de haven daar hebben we gedag gezegd tegen de zee. En nu zijn we op de terugreis.

En ik wil nog niet, dat voel ik wel. Het is overal mooier dan ooit en rustig ook nog omdat de scholen begonnen zijn. Langzaam kleuren de bomen geel en oranje en ’s ochtends is alles stil en mistig.

Een paar weken geleden verzonnen we dat we niet terug naar Nederland zouden komen. Door zouden reizen en dan voor de winter weer naar Costa Rica. Of voor veel langer zelfs. Ik vond meteen een schooltje voor Jonas op het internet. Een Waldorfschool zelfs, in Puerto Viejo zelfs. De Seaheart School. Zo’n mooie naam. Zo kloppend. En Jonas kan zo komen schrijft de juf.

Een week lang zong ik: Lachend loop ik weg uit mijn leven… Los zijn, zwerven. Nog niet ergens bij hoeven horen. Nog niet kiezen. Nog niet op een vaste plek.

En dat heeft niets te maken met dat ik niet van jullie hou. Jullie in de hele algemene zin van het woord. Of niet bij familie wil zijn. Het is niet tegen iets, het is voor iets, waar ik heel erg blij van wordt. Wij drieen op plekken die goed voor ons zijn.

Maar we komen toch terug. Eerst wel weer terug. Om redenen die niet zo met het hart te maken hebben, meer met geld en praktische regeldingen. En daarna gaan we weer. Hopelijk, heel erg hopelijk.

En dat vind ik eng en ook lastig. Alsof: ‘Dan maar Nooit Meer’ of ‘Dan maar Voor Altijd’ gemakkelijker is dan heen en weer terug en weer weg en wie weet wat daarna. Alsof mensen dat van me vragen: wat IS het nou, Annet?

Mensen, weer mensen in de hele algemene zin van het woord. Meestal alleen maar de mensen in mijn hoofd. Daar heb ik eigenlijk nog het meeste last van.  In het echt staat niemand langs de kant van de weg met spandoeken en toeters MAKE UP YOUR MIND, Annet!

Dus misschien helpt het wel om dit zo op te schrijven:

We weten het nog niet.

We komen heel waarschijnlijk terug.

Maar we blijven heel waarschijnlijk niet en gaan weer weg.

En dan komen we vast ook wel weer terug.

En het leven blijft in beweging.

En zo zijn we gelukkig.

Vaak. Meestal

En het is niet dat ik geen zin heb om jullie allemaal weer te zien. Jullie in de hele algemene zin van het woord en in de hele specifieke.

Want dat heb ik wel.