Spullen

29 april, 2012

Spullen

We really don’t need to bring a lot of stuff, zegt Tom, want we hebben daar nog zoveel.

Dat is waar. Onze koffers van vorig jaar staan nog bij tante, vol T shirts en sjaals, dubbelgekochte winterjassen, tubes verf en penselen, weet ik. In een van de schuren op haar land, waar vroeger koeien stonden, maar al heel lang niet meer. Ouwe meubels van Tom staan er nu weg te rotten in het stro en stapels en stapels dozen van allerlei vrienden die ooit verhuisd zijn en even wat bij tante neer kwamen zetten, omdat ze het niet meteen kwijt konden. Na jaren staan die voorlopige stapels er nog altijd, aangevreten door de muizen, of erger, de wasbeertjes die daar wonen in gangen onder het stro. LIeve interessante dierentuin-dieren vinden wij, maar in Canada is het gewoon ongedierte. Aunt Edith betaalt een dollar voor elke dode racoon die we uit het stro opvissen, dan rolt de hond tenminste niet zo door de rottende overblijfselen. Nee, onze spullen staan daar veilig, niemand komt daar ooit.

Maar wat staat er ook weer?

Het is natuurlijk voor mij al de zoveelste keer dat ik de oversteek maak, en het is pas 6 maanden geleden dat ik alles in dozen en kofers pakte waarvan ik dacht: dan heb ik dat vast voor een volgende keer, hoef ik dat niet meer mee te nemen. Ik weet nog dat ik me voornam het op te schrijven: zoveel verf, zoveel kleurtjes, zoveel warme truien, opdat ik niet alweer zware potten oostindische inkt de oceaan over hoefde te brengen. Maar ik heb het niet opgeschreven, of ik ben allang dat briefje kwijt en nu heb ik geen idee meer.

Mijn groene T shirt ligt er, weet ik nog, en dat leuke jasje waarin ik getrouwd ben, maar dat is me nu vast te klein. En verder? Ik moet toch echt al mijn leuke en makkelijke en mooie en koele en warme en de lekker te grote en de nog hoopvol te kleine kleren meenemen want ik wil niet zonder, 5 maanden lang! De goeie kleren geven veiligheid. Tom snapt dat niet, je kan toch overal wel een nieuw T shirt kopen? Hij wel misschien, maar ik heb in Canada nog nooit een kledingstuk gekocht dat leuk was en me stond.. ik vind er alles tuttig en Zeeman-achtig. IJdelheid, ijdelheid, ik weet het wel, maar ik prop toch mijn koffer weer vol.

En voor werk hetzelfde, ik moet de hele tijd ook veel illustreren en dan moet dus de goeie inkt mee en precies het papier, en veel van alles ook. Ze hebben daar wel inkt, en ze verkopen ook heus wel papier, maar niet dat precies goeie om precies dat goeie ding te maken. En misschien ligt er nog genoeg van tussen de wasberen, maar ik weet het niet meer. Inkt dus mee, en verf en pennetjes en een enorme stapel Zelzate litho-papier.

Mijn eigen spullen! Mijn eigen Nederlandse tandpasta en deodorant en de goeie gel voor in mijn haar. Ik wil daar niet naar de kapper hoeven, want als Kinki knippen ze daar niet en nu we het er toch over hebben wil ik ook mijn eigen groene Palladiums mee en mijn zware laarzen en mijn leuke laarzen en mijn teenslippers. Zo.

Ik heb de koffers nog niet gewogen, maar het is vast weer ver over de toegestane limiet.

En ik voel mezelf ook nog niet helemaal klaar om te emigreren…


Een nieuw avontuur

23 april, 2012

Een nieuw avontuur

Vandaag over een week zitten we in het vliegtuig. Zijn jullie al helemaal klaar en is alles al ingepakt? Vraagt iedereen. Maar dat inpakken doe ik gewoon de dag van te voren.

En klaar… Zijn we klaar?

Het is dat ik nog zo heel erg goed weet dat ik in september niet naar Nederland terug wilde. We waren zo gewend aan Canada, aan de reis, aan de mensen daar, aan ons tempo, de auto, het landschap, aan het met ons drieen in de kleine ruimte van Molly te wonen, aan lange wasdagen en late kampvuren, aan ons bijna internetloze leven. Dat allemaal opgeven voor en zoveel meer gestructureerd leven,  in dat zompige Holland, zonder auto, zonder ruimte, zonder bossen, met elke dag hetzelfde?

Want nu, nu wil ik weer niet naar Canada. Nu we hier zo ons ritme hebben. Met lekker elke dag hetzelfde. Met een lieve oppas voor Jonas en twee dagen dat hij het zo fijn heeft op het kinderdagverblijf. En dat ik zo nog heel wat tijd heb om alleen te zijn en te denken en te werken. Veel te werken. Nu ik Jonas op de fiets kan zetten en we met ons tweeen naar de Hema rijden om een keekje te gaan eten en een paar boodschapjes te halen waar we een hele middag over mogen doen. Met altijd internet, altijd van alles meteen op de hoogte en met zes miljard filmpjes om te bekijken. Met opa en Pieter en Mirjam dichtbij en al die anderen die Jonas z’n leventje zijn gaan uitmaken naast papa en mama (kijken of ze kadootjes of koekjes bij zich hebben en anders is het: Goodbye! Tot ziens!)

Boing daar gaat alles op de schop. Want zo hebben we het bedacht en zo zal het ook gaan: maandag vliegen we naar Canada, zijn we eerst een tijdje bij onze vrienden en familie in Ottawa en reizen dan naar de Oostkust om die te verkennen.

Misschien zelfs om een plek te vinden waar we ooit willen wonen. Dat laatste maakt het, vind ik, allemaal nog veel enger. Hoewel ik er bij was toen we het plan bedachten, lijkt het nu op een enge val. Alsof ik mijn eerste blik op dat landschap ga werpen met het gevoel van een opgedrongen verloofde: Dit is Uw Huis van nu af aan, Hier Moet U Altijd Blijven. Dan weet ik meteen dat ik die hele Oostkust helemaal niks vind…

Kom toch, Annet, zo is het helemaal niet. Niks hoeft, niemand hoeft en we zien wel, alles is open. Nog steeds, nog wel.

Alleen op 30 april gaat dat vliegtuig en dat brengt ons weer terug naar waar we ruim een half jaar geleden gestopt zijn. Naar de kleine camper die Molly heet en die hopelijk niet al te erg is weggerot, zonder kamer voor Jonas, zonder wasmachine, zonder internet, zonder fiets, zonder oppas, zonder Hema, maar wel met drie boeken die na de zomer af moeten zijn (of vier of zo. Veel)

Overgangen zijn lastig. Ik wou ook absoluut niet naar Costa Rica, weet ik nog. En hoe fijn hadden we het daar niet? Na de tijd die er voor staat om te wennen, om onze draai te vinden, waar onze lichamen en zielen zich aanpassen aan waar we zijn.

Dus dat gaat nu weer gebeuren. Een soort centrifuge waar we in moeten, de voorbereidingen, de reis, de douanes, het tijdverschil, de nieuwe oude gezichten, want iedereen verandert altijd, en dat alles met een drie- ipv twee-jarige, wat ook weer anders zal zijn, uitpakken, terugvinden, regelen, slaaptekort.

En dan vindt alles hopelijk zijn plek weer. Vinden we weer rust in ons leven daar.

Want dat wil ik dan toch altijd het liefst, kennelijk. Rustig en kalm en bedaagd op avontuur. Onder een hoge sterrenhemel in een heel ver land met woeste natuur  bij een kampvuur met oude bekende vrienden en een Hema om de hoek. Zoiets.