Dag twee, dag drie

Dag twee, dag drie

Het is nog veel meer vakantie dan ik me had voorgesteld! Er ligt een meer voor de deur en zand in het bed, de dagen zijn vol ijsjes en visnetjes. Op dag twee we wonen in Molly in het bos, in een mooi vakantiepark aan een rivier, een meer en een moeras. We barbecuen en we zwemmen en we zitten ‘s avonds bij het vuur. En ik werk een beetje, dat kan ook.

Maar nu, op dag drie, gaan we weer verder, pakken we al met wat meer routine in ‘s ochtends vroeg en gaan rijden. Nu ik dit schrijf zitten we in de auto. Jonas slaapt en de weg is vrij, de weg is open en mateloos van ons, hoera, pipo gevoel, pippi gevoel… We’re on the road again. Dat allemaal.

We rijden door Driftwood park, door Deep River, North Bay, richting Noord West, op weg naar Lake Superior. Blauwe lucht, 26 graden.

Zó blog je een reisverslag annet, en niet door de hele tijd alleen maar over je gevoelens te zeuren.

De afgelopen dagen in Park Bonnechere was er geen internet. Dat zullen we de komende dagen ook wel niet hebben, en ook geen electriciteit, dus het is een kwestie van even mail ophalen en dingen versturen als we de kans hebben en zometeen duiken we de woestenij van onbereikbaarheid weer in. Fijn, ook wel.

Tom fluit zachtjes, k.d. lang zingt op de ipod. Een groot bord langs de weg roept: Jesus saves! Voor ons strekt de weg zich uit in de zon.


Dag Een

Dag Een

Moe moe moe zijn we! Maar we zijn ergens, we zijn niet meer stationair.

We staan aan een rivier in een park, Bonnechere provincial Park heet het, en we hebben een vuur, een barbecue en een rivier voor de deur waar Jonas zoveel stenen in kan gooien als hij wil. Ik zit te bloggen bij een kaarsje, lekker ouderwets- op de laptop na dan. Het is fijn, we zijn blij, en het lijkt een heleboel te kosten. Gek is dat.

Het is spannend, manoeuvreren met zo’n groot ding achter ons, met zoveel techniek erin. Doet het water het? Doet het gas het? Werkt de generator , doet de slider het, (waarmee we een extra 4 m2 bij ons huis krijgen), komt er niks tegen een boom aan, drukken we er geen laatjes uit, hebben we echt alles, zit de RV goed vast aan de auto, zijn de voetjes in of juist uit, zitten alle stekkers erin of juist er niet, valt er niks om, gaat er niks stuk, zijn we er allemaal, heeft Jonas alles, vergeten we niks?

En weten we waar we heengaan? Ja, want de route is gepland. En dat is mijn verantwoordelijkheid want Tom rijdt al. We hebben een Tomtom gekregen van Toms broer Frank. En ik kan er al een beetje mee uit de voeten… Een beetje. Richtingsgevoel is niet mijn sterkste punt, dus een Tomtom die zegt wat ik moet doen is heerlijk.

Na 600 meter rechtsaf! Kat in het bakkie, ik kan met een hand de muziek bedienen, met de andere snacks uitdelen en met de derde babysitten. Na een uurtje rijden zijn we uit het gebied waar we al 3 maanden in rond rijden… eindelijk. En Ontario is prachtig: velden, boerderijen, grote rode schuren, maisvelden. Dorpjes, rivieren, bruggen, vergezichten met vette witte wolken in de lucht.

‘We’re on the road again!’ zingen we. Wat hebben we alles goed gedaan wat is Jonas lief en het leven fijn.

Tot we toch ergens tegenop rijden: een benzinestation waar we niet verder kunnen, omdat een grote tankauto staat die de weg blokkeert. Ander auto’s kunnen er gemakkelijk langs, maar onze walvis niet. En achteruit rijden is nog zo moeilijk. En zo eng… Eindelijk, na een uurtje hangen en wurgen en Jonas afleiden, rijdt de tankauto weg en kunnen we door. En we rijden vrolijk verder tot de Tomtom zegt dat we er zijn… Maar we zijn helemaal nergens. Boncherre park is heel ergens anders dan ons apparaatje denkt en we rijden op een weg die steeds meer helemaal nergens naartoe gaat. ‘Draai om als het kan, draai om als het kan,’ ratelt mevrouw Tomtom elke paar seconden. Maar omdraaien met een walvis op een klein landweggetje, dat kan helemaal niet! Tom zweet, ik zweet erger (want het is mijn schuld..) Jonas gilt en de zon brandt. En iedere keer als we proberen om te draaien, ik op de weg signalen gevend, (daarheen nee terug, nee te ver, nee nog een keer…) moet Tom de poging weer opgeven omdat er een auto langs wil, of een trekker..

Op een van die trekkers zit een leuke jonge dike boer, die wel even wil helpen keren (I have a bigger RV at home!) en dat Bing Bang Boom met één hand los doet. (Dat kun jij ook over een paar weken hoor Tom!) Hij weet ook hoe we naar Bonnechere park moeten rijden. We zetten de Tomtom uit en we rijden nog een keertje te ver, moeten nog een keer terug, maar dan zijn we er en het is echt het park en er is echt plek voor ons.

Een plek bij het water zelfs. Het is echt kamperen met zo’n RV, maar dan met een heel huis. En een baby. En een propaantank die aan moet of juist uit, en weer pootjes en sliders en gas en kapotte laatjes. En komt Jonas niet te dicht bij de barbecue en waar zijn de lucifers enzovoort.

Maar dan mag ik  zitten, met een koud roseetje uit de koelkast. Gek. Wennen allemaal. Als ik eraan denk dat we zo nog heel Noord Amerika nog door moeten…

Maar het zal wel wennen allemaal. One day at the time.

 


Molly

Molly

Er komt vast weer wat tussen.. Of niet, deze keer?
Gaan we echt echt rijden morgen, met ons hele hebben en houwen achter ons aan? Zijn we echt klaar om te gaan, de wijden wereld in te trekken?
Het lijkt er op.. het zou kunnen.. wie weet, misschien..

Molly hebben we haar genoemd, Molly de walvis, het grote oude tamelijk aftandse Recreatie Voertuig zoals ze hier in dit zomerseizoen bij bosjes rondrijden en te koop staan. Grote, hele grote en nog grotere. Molly zit ergens middenin. Van de buitenkant ziet ze er niet uit. Maar van binnen is ze ons huisje geworden, ons mooie blauwe-en-niet-groene huisje, met heerlijke bedden, een ruime keuken, een echte werkplek voor mij en zelfs met kunst aan de muren.

Dat viel niet mee, overigens. Ze is al twee maanden van ons en al die tijd was nodig om haar op te knappen en te leren kennen. Dat is lang, maar dat was ook nodig. Want wie recent er op een verrotte vloer, waar wij gvraagd hadden bij het eerst gesprek al: Het lekt toch niet he? Nee hoor.. echt niet.. Nou alles lekte. Vloeren, ramen deuren.. De vloer ging er uit, nieuwe vloer erin.. Alle ramen naden en kieren zijn dichtgekit. De watertank lekt nog een beetje. Maar dat komt ook goed.

Wie rekent er op een timmerman die bij alles wat wij vragen of voorstellen eerst luid begint te reopen: Nee, NEE dat KAN niet! Die tafel KAN er niet uit, je KUNT geen hout aan kunststof  schroeven, daar PAST geen bed, dat KAN niet geverfd en je KUNT niet gelukkig worden in een plastic huis!! Vervolgens zuchtend en steunend een plan verzint hoe het allemaal toch kan.. en het uitvoert.. ook klagend en schuddend met het hoofd. DearcJohnny, hij heeft Molly zo’n drie weken langer gehouden dan de afspraak.. maar ze is mooi geworden…

Wie rekent er op een mierennest in de slaapkamer.. ieieie, carpentermieren zijn het, die houden van nat hout.. nou dat heeft Molly genoeg. En ze kropen overal, tussen de kussens tussen de kleren, in alle appels, in Jonas’ flesjes. Ze zijn bespoten door twee Frans Canadezen, erg rustig aan en met heel milieuvriendelijk poeder waar Jonas niet dood van gaat.. maar de mieren ook niet 1,2,3, want ze zitten er nog. En we mogen ze niet doodmaken want de mier die daar nu voorbij loopt kan het poeder bij zich dragen  en het naar het moedernest brengen.. Zee have to bring it to ze kween.. Zei Pierre aan de telefoon. En dan pas sterft de kolonie uit.. Geef het een paar weken.. We hebben ook maar een spuitbus gekocht met het allergemeenste anti-mierenspul..

Wie rekent er op een kapotte airco (waar een oud wespennest in bleek te zitten..) een verfploeg die soms wel en soms niet kwam opdagen, al naar gelang de temperatuur en de mate van stoned..Op rijlessen voor Tom, op omdraai- en parkeerlessen, op aan en afkoppellessen, op water-, riolering- en gaskraan-lessen, op krijg-het-zonnescherm-naar-beneden-lessen (heel moeilijk, is nog niet een keer echt gelukt), wie recent op bloedhete dagen om op een bloedhete zolder alles methodisch in te pakken met een stuiterende baby om ons heen.. Op een contactgestoorde babysitter waar Jonas nooit meer heen hoeft..echt niet..  Op een .. nee dat was het geloof ik.

Wij rekenden daar in ieder geval niet op, toen we dit plan ooit bedachten, buiten in bad op de Jacob Geelstraat.  We kopen gewoon een camper en daarmee rijden we gewoon door Noord Amerika!

Op 1 augustus trouwen Will en Afrose in Seattle. Tom is de beste vriend van Will en is gevraagd als best man. Tijd zat, dachten we, om daarheen te rijden vanuit Ottawa.. Van de week hebben we besloten dat in ieder geval niet meer te gaan proberen.. Dat wordt te veel gehaast en gedoe.. Arme Will is er verdrietig om.. maar in een week naar de westkust rijden is echt teveel. Asilomar wordt ons nieuwe doel, 22 augustus in San Francisco, dat moet lukken..

Tom’s tante was zo vreselijk lief om ons een maand langer te huisvesten dan we aangekondigd hadden.. en gelukkig heeft cousin Lee haar en ons erg geholpen de laatste dagen, en Jonas lekker gruwelijk verwend.. maar nu nu nu is het echt tijd om te gaan.

Daar staat ze in het gras, Molly. Bescherm ons Molly, hoed tons, Molly, laat ons lekker in je slapen, laat ons veilig in je rijden, breng ons naar de overzijde..


Jonas de Ponas

14 juli, 2010

Jonas de Ponas

Vandaag is hij bij een babysit, bijna de hele dag.

We weten nu hoe we die het beste kunnen vinden: andere moeders vragen. Een leuke vrouw met een winkeltje wist een adres en hij kon meteen de volgende dag komen spelen met de andere kinderen die er waren. Een jongetje van twee en een hele bende oudere meisjes. En Jonas houdt erg van meisjes.  En een tent en een zandbak en een poes.. Dus hij heeft het vast heel leuk en ik hoef geen buikpijn te hebben.

Ik heb het altijd wel een beetje, als hij niet bij ons is. Dat jongetje dat ons heen loopt en holt, dat danst zodra er muziek is, dat overal opklimt en bijna overal weer vanaf valt. Dat aan mijn rokken trekt en mijn knieen omhelst. Me aan een vinger meetrekt, hierheen, nee daarheen. Mee naar de rivier mama. Stokken in het water gooien. Stenen in het water gooien. Handjes in de modder woelen. Maar dat mag helaas niet meer want de modder zit vol bloedzuigers. Eergisteren had hij er wel een stuk of 15, grote en kleintjes, op z’n benen, tussen z’n tenen..  Jonas geeft geen kik en de beestjes laten wel los als je er zout op doet of ze wegbrandt met een lucifer.. maar mama wordt er naar van. Brrr. Dat boekjes komt aandragen. Nijntje, Muis met de flapjes, Dribbel met de knopjes-met-geluiden. Of zijn lievelingsboek 1,2,3 Canada, met zijn lievelingsbladzijde: 8 wolven huilen naar de maan. Awoeeoeoe huilt hij dan en iedereen die er bij is huilt mee in het wolvenkoor. Dat meeloopt in winkels of meerijdt in een karretje. Bananen op de grond gooit. Iedereen aankijkt, nieuwsgierig, van onder tot boven. Maar heel weinig mensen zijn ongevoelig voor Jonas en kijken niet terug of lopen hem zomaar voorbij. Bijna altijd gebeurt er wel wat, smelt iemand een beetje, zegt iets vriendelijks. You are soo cute! Such a sweet, sweet boy.. You really made my day.. Bye! zwaait Jonas als we weer doorlopen. Hij zwaait net als Mirjam vroeger, vuistje dicht vuistje open. Dat praat en babbelt in zijn eigen taal die wij nog niet verstaan. Hai, bye, OK, koekie, gogogo zijn woorden die hij opgepikt heeft. Maar hij verstaat veel meer van de onze, engels en nederlands. Dat eindeloze flessen sap drinkt. Een eindeloos spoor van verloren speentjes door het huis trekt.. en die dingen zijn transparant.. en Jonas kan niet slapen zonder speentje..

Dat jongetje van nog geen meter hoog dat  altijd bij ons is, onze tijd en energie opeet, dwars door onze plannen gaat, onze nachten breekt, onze belangrijke zaken relativeert, altijd, altijd, door er gewoon maar te zijn, op schoot te kruipen, een poepluier te hebben.. Dat me aan het lachen en giebelen maakt hoe boos of bedroefd ik ook ben, dat zo lief is en kusserig, knuffelig en wriemelig en lastig als hij moe is, hoe moeier hoe stouter.. Dat vreselijk hard kan gillen.. en uiteindelijk altijd weer in slaap valt gelukkig.. zijn warme lichaampje tegen me aan.. En dan kan ik weg om eindelijk mijn eigen dingen te doen.. en dan wil ik blijven..

Want kijk, ik had een hele ochtend alleen zonder kind, om te werken, heel nodig, om in te pakken, ook heel nodig.. om van alles te doen en te regelen.. en in plaats daarvan ben ik dit gaan schrijven..

Het gaat altijd om Jonas, Jonas de Ponas, engeltje bengeltje boem.


Groen en geel

9 juli, 2010

Groen en geel

Het is altijd al lastig om vanaf een klein strookje gekleurd papier te bepalen wat de kleur van een muur moet worden, van een hele kamer, welke kleuren gaan werken met die van het tapijt, de plafonds, de gordijnen enzovoort. Ik herinner me vooral veel tijden met Sylvia en Saga van eindeloos strookjes naast andere strookjes houden en ingespannen een hele muur in die kleur proberen te zien.. en van hele emmers latex met andere emmers mengen, opdat de mooiste en de beste kleur er maar uit mag komen. Of na twee dagen toch besluiten alles opnieuw te doen.. Want het luistert nauw.

Voor sommige mensen luistert het nauw.

De camper staat buiten. Tom heeft hem gisteravond hierheen gereden. Jonas was al in slaap, maar werd wakker en in onze pyama’s zijn we gaan kijken. Het ziet er erg goed uit.. alleen.. ik had gedacht dat het schilderwerk al bijna klaar zou zijn, maar het is nog niet op de helft. En zijn die kleuren we goed? Het lijkt te groen.. het is te groen.. hoe moet dat nou, moet het nou over?

Morgen even kijken, zegt Tom, bij daglicht.

Als ik ga kijken ‘s ochtends om half 8 ben ik al heet en boos. Het is nu al zo warm en benauwd en alles is verkeerd. Ik blaf de hond weg die achter me aan komt snuffelen. En wat een lelijk ding is die camper toch. Moeten we daar echt in.. En wanneer GAAN we nou eens.. En ja, het is te groen. Het is gewoon veel te groen en ik wou geen groen, ik wou blauw. Dat is koeler Groen is te geel en geel is te warm. Ik wou het al de hele tijd, maar Tom zei.. en dus is het zijn schuld. Dan moet het maar over. Maar het kan niet over het wordt vandaag de heetste dag van de week.. En moeten we dan nieuwe verf kopen en het kost allemaal al zoveel. En wat maakt het nou uit, een beetje groener of blauwer, stel je toch niet zo aan. Ja dat maakt WEL uit, IK WIL GEEN GROEN. En BLIJF van die verf af, Jonas!!

Axe Murder Wheather noemen ze dit hier . Dagen die zo warm zijn dat mensen sneller geneigd zijn hun medemensen met een bijl te vermoorden. Gisteren heb ik 40 graden gezien op de autothermometer. En we ademen water. Vandaag wordt het warmer.

We drinken ijskoffie.We blijven rustig. We gaan naar de verfwinkel met een boek dat wel de goeie kleur heeft. Denk ik, hoop ik. Kunnen jullie dit maken van het groen wat we al gekocht hebben? Gelukkig denkt het meisje van wel. We gaan optimistisch broodjes kopen voor de werkploeg die vandaag komt schilderen.. als ze willen komen met dit weer.. Er is airconditioning in de camper, dus misschien wel. Broodjes en watermeloenen en heel veel te drinken. We halen de verf op en het is blauwer, grijzer, koeler.. beter hoop ik. Denk ik. Ik ga vast broodjes smeren.

En dan rijdt Tom een boomtak dwars door de airconditioner op het dak. Hij komt het me vertellen en moet bijna huilen. Ik weet niet of we dit allemaal wel door moeten zetten.. This is supposed to be fun.. I’m NOT having any fun, liefje!

Arme Tom. Die camper is zo groot.. en hij moet er mee rijden. En dat is hartstikke eng, ik kan het aan hem zien. Geen wonder dat er wat gebeurt, zeg ik. Je moet nog zo wennen aan hoe groot en breed we zijn, en dan ook nog aan hoe hoog.. Natuurlijk gaan we toch wel. Natuurlijk komt het goed. Natuurlijk wordt het vast ook echt leuk. Denk ik. Hoop ik.

Gelukkig komt er dan een auto met Derrick en Lynn en Kader en Perousha. En emmers en kwasten en dekzeilen. En de mannen klimmen op het dak en schroeven de airconditioner los en brengen hem naar een airconditioningrepairshop. En Lynn en ik smeren broodjes en snijden watermeloen en passen op Jonas. En we werken allemaal de hele dag heel hard en nu is de camper voor driekwart geschilderd. Morgen het laatste kwart. De kleur is behoorlijk blauw en behoorlijk goed.. En vannacht komt er onweer, denk ik.

Hoop ik.



Nu

Nu

Nu hoor ik de ventilator zoemen bij het raam. Maar frisse lucht komt nauwelijks binnen. Jonas slaapt eindelijk, nu, na een boel gezing van mannetjepannetje en engeltjebengeltje. Het is warm nu, hier boven. En de internet-weer-site zegt dat het nog warmer wordt: 34 graden morgen, en het voelt als 44. Celsius, niet Fahrenheit. Help! Maar dat is niet nu.

Nu is Tom beneden op jacht naar ijs en koekjes want het dieet is weer even naar de maan met vaderdag en trouwen en dinsdag jarig. Zo gaat dat.

Nu zit Aunt Edith buiten op de stoep de dagelijkse puzzel te maken tot het te donker wordt.

Nu beginnen de bullfrogs met hun avondconcert dat de hele nacht doorgaat. De eerste dagen kon ik niet verzinnen wat dat geluid was: Een krakend dak? Een almaar open en dicht waaiende schuurdeur? Maar dan nog vreemder, dieper, het klinkt als muzikanten die geen cello kunnen spelen en het toch doen, langzaam zagend. Met nu en dan een snaar die springt, een diepe toiiink. Echt waar. Maar het zijn gewoon kikkers in de rivier.

Nu is mijn voet nog maar een beetje paars hier en daar. Het heeft er wel goed respectafdwingend dik en blauw uitgezien, maar eigenlijk viel de pijn nogal mee. Ik kan er alweer bijna gewoon mee lopen.

Nu zit ik hier in een kamer vol stapels kleren die nog uitgezocht moeten worden, vol ikea-tassen met lakens en dekbedden en dingen die we bij elkaar gezocht hebben die ook mee moeten. Een tafel vol werk dat nog gedaan moet worden. En een lijst van wat er nog te regelen valt. Gaan we dan nu eindelijk eens bijna weg? Ja ja, zeggen we, binnen een week gaan we. Maar het hele weekeind was feest en uitjes-weekeind, met een trouwfeestje voor ons en een brunch aan het meer gisteren. Hier gaan we na drie maanden ook weer weg en mensen willen dag zeggen. Dat kost ook tijd. De RV is nog niet klaar maar wordt morgen en overmorgen geschilderd. Als het 44 graden is… Maar lekker niet door ons.

Nu hoor ik Jonas woelen en luister of ik zijn fles moet zoeken in de wirwar van warme lakens. Maar hij slaapt alweer.

Nu gaan we bijna echt op avontuur en ik voel me opgewonden en vrolijk en warm en een beetje bang. Nu neem ik me voor vaker te bloggen als het lukt. Nu hoor ik Tom boven komen met een schaal met toetjes..

Nu gaat de nacht in, de warme nacht.