Tweede blog

14 april, 2010

Tweede blog

Alles zit in de koffers!

Gymschoenen en ipods en rompertjes en paradontaxtandpasta voor een jaar en telefoonopladers en Jip en Janneke en jurken voor warm en sokken voor koud.

Hoe pak je in voor een jaar?
Niet, natuurlijk.

‘In Canada hebben ze ook spullen,’ zegt Tom.

Dat kan wel zijn, maar net niet dit ene hemdje dat het enige is wat me echt staat.. (Ik heb altijd zo’n 20 dingen die het enige zijn wat me echt staat…) (En meestal vind ik dat ik helemaal niks heb wat me echt staat..)(Waarom is dat uiterlijk altijd zo belangrijk, groei daar toch eens overheen!!)(Ja, superego hebben ze ook in Canada. Het mijne namelijk, dat gewoon meereist)

Anyway. Alles zit in de koffers, vier grote koffers, twee groene, een oranje en een enorme rose, waar Tom altijd een beetje schaamtevol mee rondloopt, omdat hij zo Sissyboy-achtig is (maar het is de zwaarste, dus het is eigenlijk heel mannelijk).

Morgen om half 8 komt de taxi. En dan gaan we, dan gaan we.

En alles wat we dan vergeten zijn, daar moeten we het een jaar zonder doen.

O, had is dat ENE hemdje nou maar bij me… ik weet het nu al. Alleen nog niet welk hemdje.

En voor wie niet in hemdjes geintersseerd is, maar in plaatsen en feiten:

We vliegen morgenochtend om 11.05 naar Frankfurt en van daar naar Ottawa, waar hopelijk Derrick en Lynn ons opwachten.

Met genoeg auto’s voor alle koffers.

Volgende blog uit Canada!
(misschien dan ook met een tekening..)


Eerste blog

Eerste blog

12 april 2010

 

‘Trek erop uit! Trek erop uit!’ zongen Mirjam en Pieter op ons feest. ‘Naar Canada of Mexico of Boulder, in een camper in een cottage of een zolder…’
We zijn er bijna klaar voor. Nog twee dagen en we vliegen.

Hier binnen zijn mijn muren weer blauw, alle schilderijen, tekeningen, platen, lijsten die Tom had opgehangen toen hij hier kwam wonen zijn er weer af.
Leoni die hier komt wonen wil het graag een beetje licht houden, en geen schreeuwende vrouwen aan de muur, geen halve naakten, boze meisjes of Boeddha’s. De ramen zijn gewassen, het huis is heel schoon.
Buiten is het fris en licht. De boom staat klaar om in rose bloemen uit te barsten. Dat gaan we niet meer zien.

Nu het hier lente is, is het leven beter.
Net liepen we nog op straat te zingen. Jonas bungelend op Tom’s buik, Tom liet Jonas’ handen heen en weer zwaaien alsof hij zelf aan het lopen was.
‘Kijk mama! Such a swinging pace!’
Who’s walking down the streets of the city, smiling at everybody he meets.. everyone knows it’s Jonas…
En Mustafa de kapper zwaait en de buurvrouw wier naam ik niet meer weet zwaait en Morty de kaasman en de Turken uit Tom’s klas… Everyone knows it’s Jonas.
En mama is heel gelukkig.
Zolang heb ik hier gewoond en met mijn hoofd naar beneden gelopen. Nee nee nee, ik wil met niemand te maken hebben, mijn wereld is hier binnen en niet daar buiten, ik wil niets met jullie, ik wil niet, ik durf niet.
En nu, met mijn gezin, gaat de buurt voor me open.
En ik heb mijn ogen ook meer open.
Het is mooi weer en het ruikt lekker, we hebben geen haast en zelfs Hoog Catharijne heeft iets lieflijks, omdat we daar altijd koffie gaan drinken. Aan dat tafeltje…

Waarom gaan we hier eigenlijk weg?