Dag huis

26 februari, 2011

Dag huis

We zijn verdrietig.

We hadden het niet eens zo in de gaten, deden kortaf tegen elkaar en tegen Jonas. Konden niks hebben, zaten meteen op de kast. Jij zou dat toch kopen. Daar weet ik niks van. Welwaar, dat heb ik toch gezegd. En waar is de rugzak. Weg. Hoe kan dat nou, die kan toch niet weg zijn, waar heb je hem voor het laatst gehad. Ik heb hem niet gehad. Ik weet van niks. Nou ik ook niet. Jonas blijf af. Jonas doe niet. Why is he being so difficult?

‘Liefje, I’m sad,’ zeg ik.

‘Of course,’ zegt Tom. ‘That’s it. I am sad too.’

We zijn verdrietig omdat we hier niet weg willen. Maar we moeten, maandag vanaf tien uur is het huis niet meer van ons. Gaan we naar een ander huis voor onze laatste maand hier. Ook leuk. Vast wel.

Maar dit huis, dit mooie houten huis, vol licht en vol ruimte, met buiten de tuin en daarachter de zee, het past ons zo goed. We houden van de grote kamers, van het balkon met de schommelstoelen waar we eindeloos naar Jonas hebben zitten kijken, hoe hij duikt en valt en springt en speelt op het grote bed. Van het terras buiten, dat het huis een eiland maakt in de oerwoudtuin… Waar we gezeten en gegeten hebben met Dick, en met alle Canadezen, met Jose, met Christina en Chantalle, met onze nieuwe vrienden Dale en Pilar, waar de honden op liggen en de katten op wonen. Van de stoelen, de tafels, de kasten, allemaal zo mooi gemaakt. We zijn zelfs gaan houden van de crappy keuken met het kleine aanrecht en de lekkende kraan.

Fijn om ’s ochtends de luiken open te doen en het licht binnen te laten. Fijn om ’s middags de koelte binnen op te zoeken, als de tuin blikkert in de zon. Fijn om ’s avonds de gele lampen te laten branden die het huis een veilige feestelijke plek maken midden in de donkere tropennacht. Alle gasten weer naar huis. Wij lekker met ons drieen. Fijn om in de nacht de regen op het dak te horen slaan. Oorverdovend, maar heerlijk om bij in slaap te vallen. Fijn om altijd de zee te kunnen horen. Geen huis was ooit zo fijn.

Natuurlijk, we blijven hier nog een maand en in de verte wenkt onze trouwe Molly, die nu in haar eentje en de sneeuw staat te overwinteren. Het zal ook weer fijn zijn om te gaan reizen… Vast wel.

Maar nu zijn we verdrietig. En bijna jarig. Nou ja, ik dan.

Feestje, inpakken, wegwezen.


Twee

16 februari, 2011

Twee

‘Zondag word je twee, Jonas! Twee!’ roepen we al weken en we houden twee vingers op in het vredesteken. ‘Dan ben je jarig! Dan ben je groot!’ We roepen hoera en steken onze armen in de lucht.

Jonas kijkt ons half geïnteresseerd aan en gaat door waar hij mee bezig was. Wanneer hij ooit gaat praten of ons antwoord geven, het zal op zijn tijd zijn en in zijn tempo. Niet omdat wij het willen of voordoen. Snapt hij het, jarig zijn? We hebben geen flauw idee.

Veel kun je hier niet kopen in Puerto Viejo. Bikini’s en armbandjes genoeg, maar geen kinderspeelgoed. Er is een krakkemikkig kantoorboekhandeltje dat wat plastic neplego verkoopt en krijtjes die het niet doen. Die krijgt hij dan nu maar voor zijn verjaardag en we doen het in Amerika nog wel eens over. Ik heb nog wel een nieuwe DVD voor hem met verhaaltjes van Kipper, de Engelse hond.

Als ik die zondagochtend vroeg aan het inpakken ben, komt Jonas de trap af gekropen en ziet het. Hij wijst en roept: ‘Die! Die! Die!’ Begrijpt niet dat er eerst een papiertje omheen moet en dat hij hem dan pas mag hebben om het papiertje er weer af te halen. Het is ook een beetje zot.

Kipper is een groot succes. Voor Jonas is zijn verjaardag compleet. Gasten? Meer cadeautjes? De heerlijke verjaardagstaart van bakker Julie? Even. En dan gauw weer naar boven, Kipper kijken. Rose komt met hem spelen. De Luxemburgse Alexis met haar dochtertje Kyo dat zo op Jonas lijkt, komen langs. Lynn en Gladys brengen een enorm plastic vliegtuig-voor-in-zee. Jonas wil maar heel even komen kijken. Hij wil niet op het vliegtuig. Hij wil maar heel even met Kyo met de lego spelen. En dan weer naar boven, Kipper kijken.

Ik vind het lastig. Wil hem eigenlijk de hele tijd naar beneden sjorren. Hier jij! Bij je gasten blijven! Plezier maken! In het middelpunt staan!

‘Laat hem toch,’ zegt Tom. ‘It’s his party, he can do what he wants to.’ En we beginnen allemaal Dolly Parton te neuriën.

Toen ik een klein meisje was wou ik ook nooit beneden komen als er gasten waren. Liever boven, alleen met mijn boek, liever in mijn eigen wereld. Waarom loop ik dan nu zo aan Jonas te trekken, doe nou mee, doe nou gezellig meehee… Ik kan het zo goed van hem snappen. Heeft hij het van me geërfd? Wat gaat er in hem om?

’s Avonds wil Jonas niet gaan slapen. Hij ligt met wijd open ogen in het donker te staren en als ik een beweging maak van weggaan houdt hij me tegen. Hij valt pas laat tussen ons in in slaap. Was het allemaal toch te veel? Twee is ook nog maar heel klein.

En de volgende dag is iedereen van slag. Het lijkt een dag van afscheid, Lynn en Gladys gaan echt naar huis, Emilio de huisbaas neemt een van de twee katjes mee en moeder Tao loopt de hele dag miauwend te zoeken. We beseffen dat we binnen twee weken dit huis uit moeten en we nog geen andere plek hebben gevonden. En wat daarna? En wat daarna? Jonas wil nog steeds niet slapen. Huilt als we boodschappen gaan doen, huilt als we in de tuin wandelen, huilt als we naar het strand gaan. Wil nog steeds niet met zijn vliegtuig, wil niks. De babysit die we gehuurd hadden voor een Valentijnsdagmaaltijd met ons tweetjes zeggen we maar af. Pas als we alle plannetjes opgeven en naar huis gaan wordt het rustig.

Lekker rustig op bed met ons drieën.

Lekker Kipper kijken.

met de neplego


The Snowbirds Have Flown the Coop

The Snowbirds Have Flown the Coop

We’ve bid adieu to Dan and Claire and Lynn and Gladys, who’ve returned to the Northern climes. A wonderful visit, but all too short.

Among the many gifts that Claire brought, was 4 liters of maple syrup, which we have consumed with mucho gusto. We have developed a delicious recipe for ‘Banana con Leche’

Banana Con Leche Habitante:

3 ripe frozen bananas

1 liter of milk

a dash of vanilla extract

cinnamon

a pinch of salt

maple syrup (amount may vary, depending on taste)

Blend it, make it extra foamy. Serves 2.

This concoction has all the richness and flavor of a milkshake, without the guilt. We consume this beverage, taking solace from it’s rich creamy smoothness and lament our dear departed friends.  Vaya con Dios, mi amigos!


Canute's Game

9 februari, 2011

Canute’s Game

Old king Canute, was an actual personage from history. He was the Danish king that united all the Britons under his authority. The legend of king Canute involved him being carried to the seashore at low tide, where he commanded the ocean to “Come no further”.

The game I have invented is a combination of football, swimming, wrestling and Indian wrestling. I pick a point where the breakers are rolling across a sandbar and the object is to resist the force of the sea’s surge and hold my position, keeping dug in at one point. This can involve either a hand- or a toehold.  Often times I will enter into the sea-foam as it’s breaking with the force of a defense of tackle and so I get the experience of heavy contact, which reminds me of my old days playing football. It can be more challenging then it sounds, as the rip tides can come from any direction, so a lot of balance and stabilizer muscles are brought into play.

Out of bounds

In most sports, when someone goes out of bounds, the play stops and everyone relaxes. Out of bounds in Canute’s game, is when you get caught in a riptide running through troughs that are over ones head, in such case rather then relaxing, the game gets quite exciting. Getting tossed on the coral-heads, ore dragged over sea urchins is very motivating to get the game started again.

I’ve been playing this game for about two months and have been complimented on my physique since having begun this game. Up till know it has been a great source of fun and a good source of conditioning, that I eagerly look forward too on a daily basis. It is perfect for me because, although I may be sweating, the sea keeps me cool and perspiration-free. The movements demand strength, but also the ability to relax into the tide and my movements, when performed correctly, are circular and flowing, much like one would find in the practice of Tai Chi. The sea provides a constant challenge, because the waves are never the same (great surges, cross-waves, tricky chops, it even gave me a nasty uppercut). When I’m immersed in my sport, I enter ‘The Zone’ and for me is a perfect type of action-meditation.

Right now I’m writing this from the bench, having been taken out of the game by a wave where I was clearly overmatched. It is helpful to remind myself and invoke my personal motto: ‘Don’t get cocky!’ Hence the name of the game.

For those who are not familiar with the legend of Canute: the game turned into a mortal combat, the score ending:

Tide and Time: 1

King Canute: 0


The Way of the Sloth, continued

The Way of the Sloth, continued

Another bit of information about the sloth, which I find interesting, had to do with its diet. The sloth dines on a tree that produces a leaf that has a narcotic quality. The native Bri Bri are known to smoke this leaf for it’s soothing effect. The sloth’s affection for the leaf goes someway in explaining his torpid demeanor.


Mem-Sahib

6 februari, 2011

Mem-Sahib

Aan de andere kant hebben we het ook steeds beter hier. Mijn hemel.

We hadden al Rose, het leuke springerige dochtertje van onze tuinvrouw. Zij en Jonas vielen als een blok voor elkaar en ze speelden een heel weekeind lang, terwijl Tom en ik konden lezen en luieren. Rose zou wel elke dag op Jonas willen passen, maar ze gaat helaas eerst voor zes weken op vakantie.

Toen bracht Tom Rachel mee van het boodschappen doen. Rachel was 15, bloedverlegen en ze sprak alleen Spaans. Maar ze wilde zo heel graag een baantje en ze was gestuurd door haar moeder. Drie weken lang liep ze zwijgend achter Jonas aan. Bracht hem zijn spulletjes, aaide hem een beetje als hij een filmpje lag te kijken of schoof wat heen en weer met zijn speelgoed. Jonas moest niets van haar hebben. Hij draaide zijn rug naar haar toe, wilde absoluut niet met haar alleen zijn en begon te huilen als ze ’s ochtends aan kwam fietsen. Ik zat boven te werken met buikpijn, arme Jonas, arme Tom die nergens aan toe kwam en arme Rachel, die zo haar best deed. En we konden geen grapjes met haar maken of ‘Kop op, hij went vast wel aan je’ zeggen want ze verstond geen woord Engels. Met José, onze taxichauffeur, als tolk hebben we nog een paar keer geprobeerd haar te vertellen dat ze Jonas wel wat meer op zijn kop mocht zitten en dat het vast zou helpen als ze meer met hem praatte, dan maar in het Spaans, maar ze bleef als een schaamtevolle schaduw door het huis schuifelen. Toen Jonas op een ochtend toen hij haar zag als een aapje in mijn armen dook en niet meer wilde loslaten, hebben we de beslissing maar genomen om haar, vertaald door José, zo vriendelijk mogelijk te ontslaan. Ze zei nog steeds niks en fietste witjes weg. Tom en ik voelden ons schuldig en naar, maar Jonas sprong weer door het huis.

‘Just like Donald Trump,’ zei Tom. ‘Geen enkele scrupule, gewoon: You’re fired!’

Maar nu hebben we dan Chantalle, die vier ochtenden per week bij ons komt. Lief is ze, evenwichtig, slim en bescheiden. Ze speelt met Jonas als hij dat wil, en als hij alleen maar bij Tom in de hangmat wil hangen, doet ze andere dingen, afwassen, mieren wegbezemen, was ophangen. Ze kookt zelfs voor ons, heerlijke vegetarische lunches. Al twee keer heeft de Jonas meegenomen naar haar familie in Puerto Viejo om met haar neefjes en nichtjes op het strand te spelen en hadden Tom en ik een paar uur ALLEEN SAMEN in het huis… Dat was lang geleden… Jammer genoeg kwamen, toen we net al zoenende in bed beland waren, beneden de twee schoonmaaksters binnen en moesten we toch nog heel zachtjes en haastig zijn.

Want ja, die hebben we óók, drie keer per week, Ampada en Hosefine, die alles bezemen, dweilen, verschonen en in het Spaans met elkaar fluisteren. En we hebben Christine de tuinvrouw. En soms een hele crew om het gras te maaien. José, de taxichauffeur en vriend, die ons overal heen rijdt. Julie de bakker. Denise en Ana de masseuses (nou ja, die komen niet aan huis).

Het maakt dat ik me soms voel als een aristocratische dame die beland is in de tropen. Al dat personeel dat voor me wast, schoonmaakt en oppast en vraagt wat mijn wensen zijn… Ik word er gauw ongemakkelijk van. Zal ik maar niet even helpen afdrogen, of zelf ook een bezem pakken? Maar ze komen natuurlijk vooral opdat ik zelf kan werken en ik werk ook veel en goed, zeker nu het niet meer zo vochtig is. Dan zit ik boven, alleen, en hoor het gezoem van het volle huis. Lynn en Gladys en Dan en Claire, allemaal uit Ottawa, zijn nu ook hier in Puerto Viejo voor een paar weken, en komen aanwaaien en mee eten. Sam, de enorme zwarte Deense Dog, heeft zich ontpopt als waakhond en slaapt bijna de hele dag op ons terras. Hij houdt de andere honden weg die altijd om het huis zwerven om eten of, nog lekkerder, Jonas’ poepluiers uit de vuilnisbak te roven. Tao de zwerfkat waar we ons over ontfermd hebben, blijkt een moeder te zijn en haar twee katjes komen tegenwoordig ook mee en spelen en buitelen door het hele huis.

Dan zit ik boven en Chantalle komt vragen wat ik wil eten en wanneer ze Jonas in bed kan stoppen. In de kamer naast me worden de bedden opgemaakt. Tom roept naar boven dat hij boodschappen gaat doen. Moet hij nog wat meenemen?

Memsahib zit boven met haar ruisende rokken in de schommelstoel. Ze wordt op haar wenken bediend.

Rose
Chantalle
Sam
Tigger en little Tao
Gladys en Lynn
The Lady of the House, achter de begonia